Oskar: En film, vergeet het visuele aspect niet! Film en muziek tezamen vormen eigenlijk het perfecte Gesamtkunstwerk, als je het mij vraagt. Hoewel er natuurlijk ook wat te zeggen valt voor de opvatting van Schopenhauer dat muziek het beste de metafysische schoonheid kan communiceren en dat door verdere opsmuk de esthetiek slechts verwatert.
W. Je hebt er duidelijk weer zin in.
O. We zitten hier toch nog altijd bij de VPRO, of niet soms?
W. *zucht* We gaan terug in de tijd met Neil Young, een opname uit 1979 afkomstig van de concertfilm Rust never sleeps.
O. Neil Young wordt naar mijn mening te vaak weggezet als een matig zanger, wiens enige muzikale bijdrage van belang zijn technisch eenvoudige, repetitieve en langgerekte gitaarsolo's zouden zijn. Los van zijn klasse als tekstdichter en componist, bewijst hij hier nog maar eens dat hij ook een uitmuntend zanger is. Kijk maar eens op YouTube naar de moeite die het Thom Yorke kost om hetzelfde nummer zuiver te zingen.
W. Wat is belangrijker de technische vaardigheid als muzikant of de kwaliteiten als componist?
O. *zucht* Weer een lekkere vraag zeg... Je moet dit soort dingen holistisch bekijken. Het gaat om het totaalbeeld. Het punt is dat Neil Young aan de in theorie vrij belachelijke tekst van After the Gold Rush zo'n sterk persoonlijke interpretatie meegeeft, dat het een haast mystieke sfeer oproept. Bij mij in elk geval, maar dat is uiteraard zeer persoonlijk
W. Ok, laten we dan maar gaan luisteren, zodat de kijkers hun eigen persoonlijke oordeel kunnen vormen.
W. Na de introspectieve performance van Neil Young gaan we nu door naar de explosieve tijd van de punk.
O. Ja, maar merk wel op dat Neil Young juist tijdens Rust never sleeps een expliciete ode gaf aan de punk in de persoon van Johnny Rotten en dat Neil Young een rol had in de counter culture van de jaren '60, een stroming die te vergelijken met de punk-beweging van eind jaren '70. Het contrast is wellicht dus niet zo groot als het aanvankelijk toeschijnt.
W. Maar is het niet zo dat de punk zich juist afzette tegen rock-dinosaurussen zoals Young?
O. Er was zeker verzet tegen overgeproduceerde en pretentieuze doch inhoudsloze rockmuziek. Het is echter de vraag of Neil Young daar toe gerekend mag worden. Zijn lo-fi album Tonight's the night was bijvoorbeeld zijn tijd ver vooruit en eind-jaren '80 - begin jaren '90 werd Neil Young met name binnen de undergound sterk geherwaardeerd en diende hij als directe inspiratie voor bands als Dinosaur Jr, Sonic Youth en Pavement.
W. Goed, we gaan nu in elk geval kijken en luisteren naar een intens optreden van de Zweedse punkband Ebba Grön.
W. Wat speelden ze hier precies?
O. Ze vertolkten het nummer Staten & kapitalet van de Zweedse progband Blå tåget. In Zweden was de prog-rock sterk verweven met links activisme, dus dat een punkband een prog-nummer covert is in die zin niet zo verrassend. Het nummer gaat over de verwevenheid tussen de staat en het grootkapitaal. Een thema dat in Zweden zeer relevant was en wellicht nog steeds is. Zweden is traditioneel een vrij centralistisch land en de sterke positie van de overheid werd natuurlijk nog eens verstevigd door het decennialange regeringsregime van de sociaaldemocraten. Daarnaast is de industrie traditioneel sterk verweven met het Zweedse establishment; veel van de grootste concerns zijn familiebedrijven, die diep geworteld zijn in de macht. En hoewel de sociaaldemocraten in theorie de arbeiders als basis hadden, spanden ze in praktijk vaak samen met de captains of industry om het land te regeren. En tegen die samenzwering verzet het nummer zich.
W. Hoe kijk jij hier tegen aan?
O. Ik denk dat rol van de overheid kleiner is geworden. Ook in Zweden, waar inmiddels al enige jaren de sociaaldemocraten het regeringspluche moeten missen. Dus ik denk dat context waarbinnen Staten & kapitalet werd geschreven niet helemaal vergelijkbaar is met de situatie heden ten dage. We zijn steeds meer overgeleverd aan de grillen van de markt. Maar toch verwachten de burgers nog altijd vrij veel van de overheid. Ze verwachten dat de overheid de randvoorwaarden voor welvaart creëert, terwijl aan de andere kant er naar minder regels, minder overheidsbemoeienis en meer marktwerking wordt gestreefd. Er wordt een opgeblazen verwachtingspatroon gecreëerd door overheid, pers én burgers over wat de overheid kan doen om de welvaart vergroten. Een verwachtingspatroon dat onmogelijk waargemaakt kan worden en dus wel tot teleurstelling en desillusie moet leiden. Zelf ben ik er niet van overtuigd dat meer marktwerking en meer kapitalisme het antwoord is op de vraag hoe onze samenleving vorm te geven. Zeker zolang bedrijven voornamelijk aandeelhouders willen dienen in plaats van consumenten, burgers en de beschaving als geheel. Wat de rol van de overheid in deze dan wel moet zijn, weet ik niet. Het communisme heeft wel aangetoond dat de staat onmogelijk alles kan plannen en zelfstandig de economie draaiende kan houden. Voor een prikkelende, deels fictieve, kijk op het grootse falen van de Sovjet-economie kan ik het boek Red Plenty van Francis Spufford van harte aanbevelen. In het kapitalisme heb ik niet heel veel vertrouwen, maar ik heb er eerlijk gezegd ook niet heel verstand van, dus ik aarzel om er al te boude uitspraken over te doen. Een gevaarlijke tendens die het kapitalisme volgens mij kenmerkt, is dat roofbouw of mens en milieu wordt goedgepraat met beloftes over economische groei. Terwijl het volgens mij zeer de vraag is of economische groei moreel te rechtvaardigen is als het ten kostte gaat van andere mensen, de Aarde en de toekomst van de mensheid en andere levensvormen op onze planeet.
W. Grote woorden weeral. Grotere woorden dan ik zelf had gevonden bij de toch als nihilistisch bekend staande punkbeweging.
O. Later zullen we met The Clash trouwens nog een goed voorbeeld krijgen van een allesbehalve nihilistische punkband.
W. Goed, maar eerst Sonic Youth.
O. Ja, dit fragment heb ik gekozen omdat, behalve dat het een geweldige uitvoering van een klassiek nummer is, het ook, samen met de volgende clip, iets kan illustreren over repertoire en receptie binnen de populaire muziek. Uiteraard valt te bediscussiëren of Sonic Youth niet eerder tot de avant-garde moet worden gerekend dan tot de popmuziek, maar dat twistpunt wil ik nu even buiten beschouwing laten.
W. Bedoel je dat popmuziek een zelfde soort uitvoeringstraditie begint te krijgen als klassieke muziek en jazz?
O. Ja, ongeveer. Ik denk niet dat de nogal verschillende tradities in de jazz (meer improvisatie) en klassieke muziek (meer strikte, vastomlijnde interpretaties van canonieke werken) direct toepasbaar zijn op de popmuziek. Maar ik denk wel dat ze invloed hebben op hoe er met repertoire wordt omgegaan. Hoewel je Sonic Youth qua composities eerder met jazz dan met klassiek zou associëren, wijkt hun uitvoering van het nummer van hun meesterwerk Daydream Nation nauwelijks af van de originele opname. Er is dus sprake van een vrij strikte conservatieve interpretatie, die waarschijnlijk eerder schatplichtig is aan de staande praktijk binnen de klassieke muziek.
W. Dat is wellicht wat verrassend gezien de reputatie van Sonic Youth als een wild-experimenteel gezelschap. Doet het ook af aan reputatie?
O. Nee wat mij betreft niet, het maakt alleen duidelijk dat ze conservatiever zijn in de uitvoering van hun muziek dan in het componeren er van. Opvallend is ook dat de band zeer gehecht was aan hun oude instrumenten, die ze vaak zelf hadden gecustomized om speciale tonen en klanken voort te kunnen brengen. De band belandde dan ook bijna in een muzikale crisis toen vrijwel al hun instrumenten gestolen werden. Uiteindelijk bleek een nieuw instrumentarium juist een kans om hun geluid te herontdekken.
W. Maar hier weten ze het geluid van het album in elk geval heel dicht te benaderen, ondanks dat het twintig jaar na dato is.
W. And now for something completely different of niet?
O. Nou in elk geval voor mensen die niet bekend zijn met het rijkgeschakeerde oeuvre van de Flaming Lips!
W. Een nogal eigenzinnige interpretatie van I am the Walrus, gevolgd door een eclectische samenwerking met de noiseband Lightning Bolt.
O. Het is alleen wel de vraag in hoeverre deze interpretatie meer of minder bizar is dan het origineel van The Beatles. Uiteindelijk is deze versie wellicht minder iconoclastisch dan het op het eerste gezicht lijkt, aangezien wat mij betreft volledig recht wordt gedaan aan de geest van het nummer, als zoiets al bestaat. In elk geval wat mij betreft dus een zeer waardige toevoeging aan de vaak toch wat matige hedendaagse Beatles-receptie.
W. Ja, want vaak lijkt men in de popmuziek, als het gaat om het hergebruik van tijdloze klassiekers, toch niet veel verder te komen dan coverbands die feesten en partijen afgaan?
O. Dat is in elk geval de grootste gemene deler, ja. Maar onder de interessantere hedendaagse muzikanten zie je toch ook steeds meer de neiging om een eigengereide interpretatie te geven aan verstofte evergreens en zo een receptie-praktijk te scheppen waarmee de popmuziek wellicht eindelijk het maaiveld der middelmaat kan ontstijgen.
O. Het daaropvolgende fragment heb ik met name gekozen, omdat ik geen genoeg kon krijgen van het visueel-muzikale spektakel waarmee de Flaming Lips mij steeds maar weer mee weet te verrassen. Puur genieten dus.
W. Dat is ook wel eens mooi, een fragment waar geen ellenlange filosofische essays aan vastgekleefd zitten...
W. Na het zintuiglijke geweld van The Flaming Lips is het wellicht tijd voor wat gas terug?
O. Helaas, ik ken geen genade. Het ergste moet nog komen. Tien minuten harde stoner-rock!
W. Mijn god, nu zullen de kijkcijfers wel tot een historisch dieptepunt zakken.
O. Het zij zo.
W. Pfff, dat was wat zeg. Wat voor beelden zagen we, is dat de originele videoclip?
O. Om duistere redenen is het zeventien minuten lange Demon Box nooit op singel uitgebracht en is er ook geen videoclip bij gemaakt. Wat we zojuist mochten aanschouwen is het resultaat van nijvere huisvlijt van een psychonaut, een echte fan. Hij of zij heeft het nummer ietwat ingekort en er beelden uit de b-film The Sadist bijgeplakt. Een gouden greep, al zeg ik het zelf. De geniale riff waar het nummer rond is gebouwd is slechts een van de vele geniale riffs die het oeuvre van Motorpsycho rijk is. Hun oeuvre is trouwens nog wel meer dan alleen splijtende riffs, maar helaas is mijn tijd nu te beperkt om daar op in te gaan. Met pijn in het hart moest ik bijvoorbeeld een geniale vertolking van hun indie-klassieker Sinful, Wind-Borne uit 1996 buiten beschouwing laten, alleen al het slagwerk van drummer Håkon Gebhardt is ongeëvenaard en ook voor het vergeten meesterwerk Flick of the Wrist was helaas geen extra tijd beschikbaar.
W. Maar waarom dan wel kiezen voor zo'n compromisloos en rauw nummer?
O. Daarom, omdat ik me juist geen compromissen wil veroorloven.
W. Juist, het is de vraag of je publiek daarmee wilt afstoten of dat je hun juist zeer serieus neemt door hen de onverdunde neerslag van jouw smaak en opvattingen voor te schotelen.
O. Ik ben hier niet om stennis te schoppen of te provoceren en ik ga er vanuit dat de kijkers net als ik volwassenen zijn, met een volwassen instelling ten opzichte van zaken die wellicht op het eerste gezicht weinig aansprekend zijn, maar die bij nadere inspectie toch waardevol kunnen zijn. Waardevoller wellicht dan lichtverteerbare crowd-pleasers.
W. Dan graven weer wat verder terug in de tijd. The Clash speelt hier een nummer over de Spaanse Burgeroorlog en links militant activisme in de jaren '70. Als ik het goed heb.
O. Ja, dat klopt wel ongeveer. The Clash is een band die mij na aan het hard staat. Hun muzikale veelzijdigheid en tekstuele betrokkenheid, zijn zaken die mij erg aanspreken, zeker aangezien het allemaal uitgevoerd is met gepaste no-nonsense punk-instelling. Geen overdadige orkestratie, maar toch een rijk muzikaal geluid. Op het album London Calling bereikten ze wat mij betreft een unieke balans van vorm en functie, van tekst en muziek en van ornament en klare lijn, ongehoord sinds Bob Dylan Blonde on Blonde uitbracht en daarna wellicht pas weer geëvenaard door Radiohead met Ok Computer.
O. En omdat The Clash toch niet voor niks te boek staat als zijnde the only band that matters, hier nog een paar parels uit hun hoogtijdagen. Het charisma van Joe Strummer barst van het scherm. En ook de kwaliteit van de band als geheel mag niet onvermeld blijven, in tegenstelling tot The Sex Pistols kon The Clash wel fatsoenlijk spelen, met een geweldige drummer, een groovende bassist en een gitarist aan wie we de term Guitar Hero te danken hebben.
W. En als passende afsluiting van dit toch soms ietwat vergaande deel van de avond, gaan we nu naar Jupiter en voorbij het oneindige. Met andere woorden: de slotscènes uit het sciencefiction-epos van Stanley Kubrick en Arthur C. Clarke 2001: A Space Odessey, maar dan met een andere soundtrack dan anders.
O. Ja, de beroemde beelden worden dit keer vergezeld door het nummer Echoes van Pink Floyd. Het past er wonderwel bij, naar mijn mening geeft het een extra dimensie aan de toch al rijke film.
W. Er wordt toch wel beweerd dat de synchroniciteit tussen muziek en film geen toeval is?
O. Het is inderdaad een hardnekkig gerucht dat Pink Floyd dit nummer specifiek voor deze scène heeft geschreven, iets wat de band zelf altijd heeft ontkend.
W. Het resultaat is er in ieder geval niet minder om. Hoe zou je de scene willen interpreteren?
O. Daar ga ik me nu niet aan wagen, omdat ik vrees dat ik me daar ongetwijfeld aan zal vertillen. Wellicht is het wel goed te weten wat er in de film aan deze scene vooraf ging. Je ziet een astronaut die met een ruimteschip naar Jupiter is gereisd, omdat een mysterieuze monoliet op de maan een ongekend sterk radiosignaal in de richting va Jupiter zond. Deze monoliet werd op de maan opgegraven, nadat er een magnetische anomalie op die locatie was ontdekt. De monoliet is van een onbekend materiaal en is ogenschijnlijk niet van natuurlijke oorsprong. Als onze astronaut, genaamd David Bowman, na vele omzwerving uiteindelijk eenzaam Jupiter bereikt, treft hij daar eenzelfde monoliet zwevend in de ruimte aan. Hij besluit de monoliet te benaderen, waarna er vreemde vervormingen in werkelijkheid, ruimte en/of tijd optreden. Wellicht heb ik nu al te veel gezegd, aangezien een deel van de achtergrond alleen maar in het begeleidende boek van Arthur C. Clarke terug te vinden is.
W. Dankjewel, het is voor mij in elk geval al iets duidelijker dan de eerste keer dat ik de film zag en je hebt volgens mij niet te veel verklapt. Het doet sowieso niks af aan het audiovisuele spektakel dat ons te wachten staat.
O.Ik leid het fragment graag in met een kort citaat uit het boek 2001: A Space Odessey van Arthur C. Clarke.
W. Mooi, dan wens ik de kijkers alvast een fijne innerlijke reis met het volgende toe en hoop ik u allen na de onderbreking weer bij leven en welzijn terug te zien.
O. Bowman's voice died into silence of utter bewilderment. He was not alarmed; he literally could not describe what he was seeing.
He had been hanging over a large, flat rectangle, eight hundred feet long and two hundred wide, made of something that looked as solid as rock. But now it seemed to be receding from him; it was exactly like one of those optical illusions, when a three-dimensional object can, by effort of will, appear to turn inside out--its near and far sides suddenly interchanging.
That was happening to this huge, apparently solid structure. Impossibly, incredibly, it was no longer a monolith rearing high above a flat plain. What had seemed to be its roof had dropped away to infinite depths; for one dizzy moment, he seemed to be looking down into a vertical shaft--a rectangular duct which defied the laws of perspective, for its size did not decrease with distance...
The Eye of Iapetus had blinked, as if to remove an irritating speck of dust. David Bowman had time for just one broken sentence which the waiting men in mission control, nine hundred miles away and eighty minutes in the future, were never to forget:
"The thing's hollow--it goes on forever--and--oh my God!--it's full of stars!"
- Zomergasten (deel 1)
- Zomergasten (deel 2)
- Zomergasten (deel 3)
- Zomergasten (deel 4)
- Zomergasten (deel 5)
- Zomergasten (deel 6, slot)