Met het heengaan van David Frost is weer een karakter uit de mythologie rond het Watergate-schandaal weggevallen. Voor mijn generatie en zij die na mij ter wereld zijn gekomen, liggen de gebeurtenissen die leidden tot het aftreden van president Nixon in een grijs verleden. Het is dan ook goed dat er meerdere films zijn gemaakt over deze belangwekkende episode uit de recente geschiedenis. Het gevaar ligt immers op de loer dat Watergate spoedig alleen nog maar bekend is als kiem voor de suffix -gate, waarmee elk woord tot naam voor een verwant schandaal kan worden omgevormd.
Op deze plek zal ik twee films bespreken, die respectievelijk de opmaat en de uitval van Watergate belichten. Allereerst zal ik All the president's men behandelen en daarna zal ik wat woorden wijden aan Frost/Nixon.
De klassieker All the president's men van Alan J. Pakula uit 1976 behandelt de speurtocht van de journalisten Bob Bernstein en Carl Woodward naar de mensen achter de inbraak in het Watergate-hotel. Woodward (Robert Redford) werkt nog niet zo lang bij de Washington Post en krijgt al snel hulp van de meer ervaren speurneus Bernstein (Dustin Hoffman). Met behulp van een geheimzinnige informant, charme en slinkse trucs weten ze langzaam maar zeker het web van intriges te ontrafelen.
Goed, een aardig verhaal, gebaseerd op de memoires van Bernstein en Woodward. Maar heel veel meer dan een verfilmd jongensboek wordt het wat mij betreft niet. Volgens de beschrijving moet het een politiek-journalistieke thriller zijn, maar ik heb nou niet echt met samengeknepen billen op de bank gezeten. Punt is dat er voor de journalisten feitelijk niet echt iets op het spel staat, hun persoonlijke veiligheid is geen moment in gevaar. De kijker weet al dat het allemaal goed afloopt, de film is eigenlijk niet veel meer dan een mooi aangeklede hagiografie. De acteurs geven een nogal geïdealiseerd beeld van deze helden van de
moderne tijd, iets wat de film er niet echt interessanter op maakt. De karakters van Woodward en Bernstein worden niet nader uitgediept dan respectievelijk de archetypes ideale schoonzoon en de charismatische workaholic. De eigenlijke drijfveren van de beide journalisten worden ook niet echt duidelijk. Zijn het pragmatische jagers op een scoop of willen ze de corruptie in de hoogste regionen van het landsbestuur blootleggen?
Een van de charmes van de film is, dat de hoofdpersonages niet weten wat ze op het spoor zijn, ze weten alleen dat het spoor naar steeds hogere regionen van de macht leidt. Wat niet in de film aan bod komt is hoe dit almaar uitdijende schandaal de visie van Woodward en Bernstein op de politiek veranderde. Dachten ze altijd al dat politiek en het landsbestuur van binnen verrot was, waren ze teleurgesteld in de president, kwam dit alles als een verrassing of kon het hun eigenlijk niet schelen zolang ze maar voorpaginanieuws maakten? In wezen is de periode die de film bestrijkt natuurlijk ook vrij beperkt, alleen de openingszetten in de schaakpartij pers tegen politiek worden verbeeld. Maar daarmee hebben de filmmakers wat mij betreft een kans laten liggen. Ik heb het idee dat de prijzen die de film uiteindelijk ten deel vielen, dan ook meer toekomen aan de journalisten Woodward en Bernstein, dan aan de film zelf.
Persoonlijk vond in Frost/Nixon als film een stuk beter. Wellicht komt het omdat ik zelf ook een kind van mijn tijd ben. Hoewel ik voor andere films uit de jaren '70 bepaald niet zuinig ben met mijn lof. Waarschijnlijk is er dus toch meer aan de hand.
Maar goed, Frost/Nixon dus. Een gedramatiseerde vertelling uit 2008 van Ron Howard op basis van het gelijknamige toneelstuk van Peter Morgan over de legendarische serie tv-interviews tussen David Frost (Michael Sheen) en Richard Nixon (Frank Langella). De film beslaat de periode vanaf het aftreden van Nixon in 1974 tot en met de nasleep van de interviews in 1977.
David Frost's carrière zit in een dipje als hij op het idee komt de net afgetreden Nixon te interviewen, om zo zichzelf weer terug in de schijnwerpers te krijgen. Nixon staat in eerste instantie weifelend tegenover het voorstel. Maar hij wil uiteindelijk ook zijn kant van het verhaal bij een breed publiek naar voren brengen. En als hem een genereuze financiële vergoeding in het vooruitzicht wordt gesteld, hapt hij toe.
Frost betaalt een voorschot aan Nixon, maar heeft op dat moment nog geen zender gevonden die de interviews uit wil zenden. Uiteindelijk weet hij, met hulp van een zeer beperkt aantal sponsors, met passen en meten het project toch van de grond te krijgen. Hij heeft een driemanschap geformeerd die de inhoudelijke achtergronden voorbereid, terwijl Frost zelf aan de arm van zijn knappe vriendin het nachtleven van Los Angeles onveilig maakt. Nixon heeft zich ook omringd door adviseurs en hij is er van overtuigd dat hij meerdere maten te groot is voor de platvloerse entertainer Frost.
In de eerste opnamesessies, thuis bij een vriend van Nixon in een buitenwijk van LA, lijkt dit ook het geval. Nixon laat Frost alle hoeken van de kamer zien en ondertussen is Frost er nog altijd niet zeker van dat het interview ooit uitgezonden zal worden. Uiteindelijk weet het researchteam van Frost toch nóg een lijk in de kast van Nixon te vinden. Na een intense confrontatie breekt de ex-president tijdens de laatste sessie en laat hij weten het land in de steek gelaten te hebben. Frost heeft het historische duel gewonnen.
Een interessante en niet alledaagse film naar mijn mening. Zowel Frost als Nixon zijn complexe karakters en hun beider sterktes en zwaktes worden uitvoerig belicht. Het is een typische acteursfilm, zowel Sheen als Langella krijgen alle ruimte om zich van hun beste kant te laten zien. Dat het op een toneelstuk is gebaseerd, is eigenlijk alleen duidelijk door de hoge eisen die de film aan de acteurs stelt. Voor de rest is de transitie van toneel naar film perfect gemaakt. De film doet echt filmisch aan, er zitten weinig statische scenes of vermoeiende dialogen in. Al met al een grote aanrader voor de liefhebber van goed acteerwerk, Amerikaanse politiek en recente geschiedenis.
Het beeld dat bij mij achterblijft van Watergate, tegen de achtergrond van de wereld van vandaag, is gemengd. Aan de ene kant roept het vragen op over de steeds maar toenemende privileges die de overheid zichzelf toestaat als het om observatie en controle van burgers gaat. Is het zo dat wat tijdens Watergate nog als misdaad werd gezien, tegenwoordig gewoon beleid is geworden? Aan de andere kant wordt uit beide films duidelijk in hoeverre Nixon en zijn kornuiten willens en wetens de rechtsgang probeerden te frustreren en hoe amateuristisch ze dit eigenlijk deden. Was een ambtsdrager met dezelfde misdaden dezer dagen wel weggekomen? Even er van uitgaande dat hij of zij even incapabel zou zijn om alles bij tijds onder het vloerkleed te vegen en er ook tegenwoordig ook nog altijd goede speurneuzen rondlopen bij de vrije pers. Voor meer achtergronddetails en een wat gekleurde blik, kan verder ik ook nog de film Nixon uit 1995 aanraden. Afgezien van het feit dat Oliver Stone in die film wederom zijn stokpaardje van de Kennedy-samenzwering berijdt, een goede biopic, met Anthony Hopkins als labiele, alcoholistische hoofdpersoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten