dinsdag 24 december 2013

Heeft de wetenschap het antwoord op alle denkbare vragen?

Nadat ik in een eerdere tirade van leer was getrokken tegen de zingevende pretenties van de wetenschap, kwam de te verwachten reactie dat mijn betoog niet meer dan een stroopredenering betrof. Ik zou een stroman aanvallen, een standpunt dat niemand daadwerkelijk wenst te verdedigen. Het kwam dan ook goed uit, dat ik in de boekwinkel een boek tegenkwam waarin het door mij bestreden standpunt met verve verdedigd wordt. In The Atheist's Guide to Reality, Enjoying Life without Illusions verkondigt de filosoof Alex Rosenberg dat de wetenschap het antwoord kan geven op de vraag wat de zin des levens is. En hij houdt daarmee niet op, hij stelt ook dat een wetenschappelijk geïnspireerd moreel nihilisme de enige rationeel verdedigbare levensbeschouwing is voor de moderne atheïstische mens. Toe maar, dat vraagt om een reactie van mijn kant. En ik zal dus een poging wagen.

"The physical facts fix all the facts."

Het simplistische harde deteminisme spat van de pagina's. Hij begint het boek door te stellen dat hij er al van uit gaat dat zijn weldenkende lezers per definitie atheïsten zijn. Het geloof in God is immers niets anders dan jezelf systematisch voor de gek te houden. Een aanval op God à la Dawkins of Hitchens ziet hij als een hopeloos achterhoedegevecht. We moeten vooruit kijken en op zoek gaan naar een rationeel alternatief voor religie dat antwoord kan geven op de vragen die traditioneel binnen het bereik van de religie en levensbeschouwing vallen. En wat hem betreft kan de wetenschappelijke studie van de fysieke wereld ons het antwoord op die vragen bieden.

Volgens Rosenberg heeft de wetenschap een helder antwoord op een aantal gevoelige vragen, die de mensheid al millenia lang bezighouden:

  • Is there a God? No.
  • What is the nature of reality? What physics says it is.
  • What is the purpose of the universe? There is none.
  • What is the meaning of life? There is none.
  • Why am I here? Just dumb luck.
  • Does prayer work? Of course not.
  • Is there a soul? Is it immortal? No.
  • Is there free will? Not a chance!
  • What happens when we die? Everything pretty much goes on as before, except us.
  • What is the difference between right and wrong, good and bad? There is no moral difference between them.
  • Why should I be moral? Because it makes you feel better than being immoral.
  • Is abortion, euthanasia, suicide, paying taxes, foreign aid or anything elde you don't like forbidden, permissible, or sometimes obligatory? Anything goes.
  • What is love, and how can I find it? Love is the solution to a strategic interaction problem. Don't look for it; it will find you when you need it.
  • Does history have any meaning or purpose? It's full of sound and fury, but signifies nothing.
  • Does the human past have any lesson for the future? Fewer and fewer, if it had any to begin with.

Het indrukwekkende succes van de natuurkunde als basis voor onze groeiende kennis over de fysieke wereld en de gigantische verklarende kracht van Darwins evolutietheorie zijn voor Rosenberg aanleiding om tot deze stellige uitspraken te komen. Hij vindt dat er uiteindelijk rationeel gezien geen andere levenbeschouwing verdedigbaar is dan het nihilisme, maar volgens hem is het wel een aangenaam nihilisme. Als het om normen en waarden gaat zijn er geen normen en waarden die intrinsiek goed zijn. Normen en waarden zijn onderhevig aan natuurlijke selectie en de normen en waarden die nu door de meeste mensen op Aarde gedeeld worden (en waarvan een deel vervat zijn in de Universele verklaring van de rechten van de mens), zijn de normen en waarden die na duizenden jaren van selectiedruk de meeste fitness blijken te hebben. En we kunnen dus best volgens die normen en waarden leven, maar we moeten niet denken dat ze intrinsieke waarde hebben.

Tot zover kan ik nog met de standpunten van Rosenberg leven. Hoewel ik het niet met hem eens ben, vind ik zijn redenatie interessant. De vraag is natuurlijk of normen en waarden daadwerkelijk door middel van evolutionaire principes worden geselecteerd. Hij raakt nog wat verder van mijn pad af, als hij gaat beweren dat het bewustzijn een illusie is. Wat we denken en waarnemen heeft geen aanwijsbare betrekking op materiële dingen en is dus per definitie waardeloos. Al onze handelingen worden geleid door hersenprocessen die geen concrete afspiegeling in het bewustzijn hebben. Rosenberg is zich er van bewust dat hij zich op filosofisch glad ijs beweegt en hij komt dan ook zelf met het klassieke tegenargument: What is it like to be a bat?



Thomas Nagel trachtte de materialistische aanvallen op het zelfstandig bewustzijn te ontkrachten met een klassiek geworden gedachte-experiment. Stel je voor dat je een vleermuis bent. Kun je als mens je voorstellen hoe het is om een vleermuis te zijn? We kunnen ons wellicht voorstellen dat het bezitten van echolocatie vergelijkbaar is met wat een sonar-technicus aan boord van een onderzeeër beleeft. Maar dan stellen we ons eigenlijk voor hoe het is om als mens in een vleermuislichaam gevangen te zijn en echolocatie te kunnen gebruiken. We kunnen ons uiteindelijk niet voorstellen hoe het is om daadwerkelijk een vleermuis te zijn. 

Other organisms have their own kind of subjective experiences, and even the most extensive neurological study won't capture what it's like to have those experiences. Neuroscience can only show what goes on in the bat's brain when it's having its echo-locating experiencs. It cannot tell us what having those experience is like.

Hier heeft Rosenberg dus een probleem. Want hoewel hij eerder hoog op heeft gegeven over het verklarende vermogen van de neurowetenschappen, loopt hij nu op tegen de beperkingen ervan. Hij redt zich uiteindelijk uit deze, door hem zelf opgezette, val met twee kunstgrepen. Ten eerste zegt hij dat het tegenargument vals speelt, doordat het eisen stelt aan de wetenschap die onredelijk zijn. En ten tweede komt hij met wetenschappisme (scientism) op de proppen, als eenvoudig lapmiddel voor de gaten die de wetenschap (science) niet kan vullen. Hij komt er, na het bespreken van een aantal andere voorbeelden en gedachte-experimenten, uiteindelijk op uit dat de filosofische critici zoals Nagel de wetenschap voor een onmogelijke en onredelijke uitdaging stellen, doordat de vraag niet met wetenschappelijke middelen beantwoord kan worden:

The challenge to neuroscience of explaining what it's like to be a bat turns out to be the demand that it solve that mystery whit its hand tied behind its back. It's no surprise that science can't solve a problem posed this way. After all, science isn't magic.

Hij gaat vervolgens ook nog in op de Monadologie van Leibniz, waarin gesteld wordt dat "waarneming niet verklaard kan worden door mechanische principes, door vormen en bewegingen en dat niets dat afhankelijk is van waarneming daardoor verklaard kan worden". Rosenberg vind dat zulke redenaties het gevolg zijn van misleiding door ons onbetrouwbare bewustzijn. Argumenten die puur op introspectie gebaseerd zijn, zijn niet vergelijkbaar met objectief wetenschappelijk bewijs. Daardoor zijn de redenaties van Leibniz en Nagel uiteindelijk geen bedreiging voor scientism:

So, when it comes to to the presistent question of what the minde is, scientism can disregard objections that are based on Leibniz's thought experiment or Nagel's. It can disregard the argument that subjectivity is not physical, so there must be nonphysical mind, person, self, soul that has the subjective experience. It can disregard denials that the mind is the brain.

Is this intellectually responsible? Yes. Our evidence for the truth of physics as the complete theory of reality is much stronger than our evidence for the truth of the conclusion of any thought experiment that relies on introspection. Plus, introspection is wrong about so much, it can't carry any weight against science. Scientism is safe to conclude that there are flaws in Nagel's argument and Leibniz's. We don't know where the slips occur but we know that their conclusions are false.

To repeat, it would be intellectually irresponsible for neuroscience to disregard these arguments. They present in a wonderfully effective way some of the great scientific challenges that face neuroscience. It's a challenge scientistic non-neuroscientists are confident neuroscience will eventually resolve. The challenges of neuroscience are not problems for scientism.

Ik heb Rosenberg hier uitvoerig geciteerd, omdat hij hier duidelijk maakt wat scientism voor hem betekent. Het geloof dat de wetenschap uiteindelijk alle vragen kan beantwoorden, inclusief de vragen die de wetenschap nu nog niet kan beantwoorden. Dat is een geloof dat ik niet deel, maar het is goed dat hij uiteindelijk ook toegeeft dat een deel van zijn zogenaamd rationeel-wetenschappelijke wereldbeeld op geloof is gebaseerd.

Vrije wil of determinisme? Volgens Rosenberg heeft de wetenschap het laatste woord in deze kwestie.

Ook zijn argumenten tegen de vrije wil, die voortkomen uit zijn strikte determinisme, vind ik persoonlijk niet echt overtuigend. Rosenberg zegt dat de vrije wil één van de illusies is die voortkomen uit introspectie. Introspectie is volgens hem per definitie onbetrouwbaar en aangezien het universum door de onbreekbare natuurwetten geregeerd wordt, is voor de vrije wil van het individu geen plaats. Ik laat mij in mijn persoonlijke overtuigingen welbewust ook door introspectie leiden, dus ik accepteer zijn argumenten op dit gebied logischerwijs niet.

Hij maakt tegen het eind van het boek expliciet duidelijk dat hij de wetenschap niet als heilsleer ziet en ook niet als peiler onder een mogelijk seculier-humanistisch alternatief voor religie. Hij gaat er immers van uit dat er geen hoger doel is en dat de wetenschap daar dus onmogelijk naar kan streven. Hij is dan ook kritisch op zij die de wetenschap in een niet-nihilistisch verband plaatsen:

Even so adamant an atheist as Richard Dawkins has succumbed to the delusion that a substitute for religion is required and available form science. People ask Dawkins, "Why do you bother getting up in the morning if the meaning of life boils down to such a cruel pitiless fact, that we exist merely to help replicate a string of molecules?" His answer is that "science is one of the supreme things that makes life worth living."

Alex Rosenberg is een filosoof die de uiterste consequenties van zijn redenaties niet schuwt; rationeel denken kan volgens hem alleen leiden tot deterministisch nihilisme. De morele implicaties daarvan zijn volgens hem minder radicaal dan men wellicht zou kunnen verwachten. Uiteindelijk zijn altruïstische en aangename normen en waarden door natuurlijke selectie in menselijke culturen ruimschoots aanwezig zijn en hoeven we ons geen zorgen te maken over wat Darwin omschreef als nature, red in tooth and claw. Ik weet niet of ik het met die conclusies eens ben. Wellicht hecht mijn onbetrouwbare (?) bewustzijn te veel waarde aan humanisme, om volledig te kunnen vertrouwen op Rosenbergs hardvochtige conclusies.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten