donderdag 28 november 2013

De mens na het einde der tijden

Het einde der tijden komt. En de kans is groot dat de mens als soort het overleeft. Er zijn immers mensen in groten getale over de hele wereld en er zijn nog altijd plekken op Aarde waar de mens in staat is een min of meer zelfvoorzienend bestaan te leven. Want met het einde der tijden denk ik niet aan een soort goddelijke apocalyps, maar aan het ineenstorten van de beschaving zoals we die kennen. Wat dat betreft is de toekomstvisie die David Mitchell in zijn hier reeds eerder benoemde boek Cloud Atlas schetst erg vormend voor mij geweest. Hierin wordt eerst een beangstigende toekomst geschetst waarin de menselijke hybris een hoogtepunt bereikt in een soort wanstaltige Brave New World van consumentisme en kapitalisme. In een volgende episode wordt dan het lot van de mensheid na de Val geschetst. Hierin is de mensheid vervallen tot tribale clans die elkaar ouderwets met middeleeuwse wapens het leven zuur maken.

De dystopische toekomstvisie van David Mitchel, zoals verbeeld door George Hull.

Hoe het precies tot de Val is gekomen, wordt in het boek verder niet gespecificeerd. Er wordt wel zo hier en daar wel verwezen naar ecologische en klimatologische rampspoed, maar de exacte oorzaak of het complex aan oorzaken wordt (gelukkig) aan de verbeelding van de lezer over gelaten. En het verhaal van hoe de mensheid na de Val voortleeft, wordt ook meer in metaforische zin, dan in letterlijke zin behandeld. Wellicht dat daarom ook de verfilming van Cloud Atlas gedoemd was te mislukken, een boek dat drijft op metaforen en ideeën is immers lastig in een vastomlijnd script te vatten.

Een andere schets die George Hull voor de verfilming van Cloud Atlas maakte.

Maar goed, wat wacht de mens in een wereld zonder beschaving of alomtegenwoordige technologie? Keren we terug naar de steentijd? Raken grote delen van de planeet ontvolkt? Nemen door ons genetisch materiaal gevormde cyborgs de macht over? Het zijn allemaal mogelijke scenario's, die een ding gemeen hebben. De mensheid zal over het nodige aanpassingsvermogen moeten bezitten, wil het de catastrofes die on wachten te boven komen. Er is wel gesuggereerd dat in de vroege geschiedenis van de Moderne Mens er al eens een bijna-doodervaring is geweest voor de mensheid toen zo'n 70.000 jaar geleden de supervulkaan Toba uitbarstte. Uiteindelijk is Homo sapiens die tegenslag te boven gekomen, aangezien we heden ten dage ons meester van onze planeet achtten.

Een vulkaan als Toba kan echter op elk moment weer uitbarsten, een epidemie kan uitbreken, een planetoïde kan inslaan. Met het geluk valt niet te spotten. En het is de vraag of de mens vandaag de dag niet kwetsbaarder is dan 70.000 jaar geleden. De omvang en verspreiding van onze soort mag dan vele malen groter zijn dan toen, ons aanpassingsvermogen is echter omgekeerd evenredig afgenomen. Onze samenlevingen zijn zo extreem complex geworden, dat een kleine verstoring van het evenwicht er al toe kan leiden dat bijvoorbeeld de voedselvoorziening voor miljoenen mensen acuut in gevaar komt. En het labiele evenwicht wordt constant bedreigd, niet in de laatste plaats door de roofbouw die we zelf op onze planeet plegen.

Er zijn mensen die uit voorzorg terug proberen te gaan naar een meer autarkische samenlevingsvorm. Echter als je uit voorzorg voor de opwarmende atmosfeer en de stijgende zeespiegel in de binnenlanden van Scandinavië een boerderij begint, dan zul je altijd zien dat de Golfstroom er ook mee ophoudt, waardoor Noord-Europa alsnog in een toendra verandert. Catastrofes zijn in de regel niet te voorspellen. Het lijkt mij dan ook maar het beste om het devies van Schopenhauer "het ergste moet nog komen" ter harte te nemen en verder met stoïcijnse onverschilligheid of epicuristisch optimisme de harde werkelijkheid van alledag te aanvaarden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten