woensdag 20 augustus 2014

Naar de grens

Een reis naar Korea was voor mij niet compleet zonder een bezoek aan de Demilitarized Zone (DMZ), die het schiereiland al ruim 60 jaar in noord en zuid verdeelt. Zowel vanuit de noordelijke Democratische Volksrepubliek Korea als vanuit de zuidelijke Republiek Korea is deze grenszone voor toeristen met een georganiseerde tour te bezoeken. En aangezien ik enkele dagen in Seoul zou verblijven, had ik van tevoren een dagtour naar langs de verscheidene hoogtepunten van deze befaamde grenszone geboekt. Er zijn eigenlijk opvallend weinig restricties om aan zo'n tour deel te nemen: je mag geen staatsburger van Korea of een niet-vriendschappelijke natie zijn, je moet je uiterlijk vier dagen van tevoren opgeven en betalen, je moet je paspoort meenemen, je mag geen aanstootgevende kleding dragen en je moet de aanwijzingen van de gidsen opvolgen.

De tour vertrok 's ochtends in alle vroegte met een volle bus vanaf de USO-compound in hartje Seoul. De ochtendspits kwam al op gang, maar het was vooral richting het centrum, terwijl wij uiteraard koers zitten richting de ommelanden en dus goed op konden schieten. De reis voerde langs de noordoever van de Han-rivier en al gauw kon ik de eerste hekwerken en wachtposten van het Zuid-Koreaanse leger waarnemen. Hoe dichter we de Zone naderden, hoe frequenter en opvallender de militaire aanwezigheid.

Militaire roadblock op weg naar de DMZ.

Na ruim een uur rijden kwam de bus aan bij de Amerikaans-Koreaanse basis Camp Bonifas, aan de zuidrand van de DMZ. Daar nam onze Koreaanse gids tijdelijk afscheid van ons en kregen we een korte, propagandistische briefing van een niet al te snuggere Amerikaanse infanterist over de lokale geopolitieke stand van zaken. Deze soldaat (afkomstig uit de Deep South) was samen met een collega rekruut ook onze gids binnen de zogeheten Joint Security Area (JSA). Dit was het enige onderdeel van de tour waar we daadwerkelijk binnen de DMZ waren en waar we uiteindelijk zelfs een paar meter over de streep in Noord-Koreaans grondgebied mochten vertoeven. In de JSA gelden allemaal strenge regels, met name ten aanzien van fotografie en onze militaire begeleiders hadden dan ook grote moeite om alle schietgrage toeristen in toom te houden.

Toeristen betreden de barakken die over de grens tussen Noord- en Zuid-Korea zijn gebouwd.

Het ging er allemaal behoorlijk routinematig aan toe. Er wordt tijdens de korte tour door de JSA een strak schema gevolgd, waar absoluut niet van afgeweken mocht worden. Je wordt eerst opgesteld op een soort podium, krijgt wat uitleg over wat je allemaal om je heen ziet en dan mag je een van de barakken een tiental minuten in. In de barak kun je de jure Noord-Koreaans grondgebied betreden, omdat het vroeger de plek was waar delegaties uit Noord en Zuid elkaar troffen voor onderhandelingen en zodoende precies over de grens is gebouwd. Nadat je na een paar minuten met een vrij grote groep in een vrij kleine barak hebt gestaan en je, strak in het gelid, weer naar buiten gedirigeerd bent door de soldaten, gaat de hele groep weer de bus in en wordt je langs nog een aantal andere bezienswaardigheden/curiositeiten van de JSA gevoerd.

Zicht op de Democratische Volksrepubliek Korea.

Eerst wordt de hele groep weer uitgeladen bij een uitzichtpunt richting Propaganda Village (aldaar bekend als Peace Village of Kijong-dong, 평화리) in Noord-Korea, dat voornamelijk bekend is vanwege de gigantische vlaggenmast. Een stellage die vermoedelijk uiting geeft aan de onderlinge penisnijd tussen Noord en Zuid. Ten zuiden van de grens is namelijk een gelijkaardig, doch net iets kleiner, fallussymbool opgericht. Overigens was het ten strengste verboden foto's te maken van objecten die zich aan de zuidzijde van de demarcatielijn bevonden. Plaatjes schieten van alles wat los en vast stond was prima zolang het zich maar in Noord-Korea bevond, maar als je je fototoestel richting het zuiden richtte, kon je op zijn minst een scheldkanonnade en niet mis te verstane dreigementen van de Amerikaanse chaperons verwachtten. Vanuit de bus kregen we verder nog de Bridge of No Return en de locatie van het Axe murder incident te zien. Smullen dus voor de connaisseurs van de meer obscure episodes uit de twintigste eeuwse geschiedenis. De bus reed daarna, door de mijnenvelden en de tankgreppels die de grens van de DMZ aan zuidelijke zijde vormen, weer terug naar Camp Bonifas, waar je snuisterijen in de souvenirwinkel kon kopen en nog een propagandistisch museum over de geschiedenis van de JSA en de DMZ kon bezoeken. De taak van de Amerikaanse militairen ("voorkomen dat de onnozele toeristen geen Derde Wereldoorlog veroorzaken") zat er toen op en de Koreaanse gidsen (die de DMZ niet binnen mogen) namen het voor de rest van de dag weer over.

"On this spot was located the yellow poplar which was the focal point of the ax murder of two United Nations Command officers. Captain Anton Bonifas and first lieutenant Mark Barrett, who were attacked and killed by North Korean while supervising a work party trimming the tree on august 16 1976."

Het eigenlijke hoogtepunt was dus nu achter de rug, de JSA is immers een geopolitieke hot-spot hors catégorie, maar er stond desondanks nog een vol programma te ingepland. Eerst lunch in een kantine bij het propagandistische treinstation van Dorasan. Waarna een onvermijdelijk bezoek aan het treinstation zonder functie, behalve het symboliseren van de wil van de Zuid-Koreaanse samenleving om naar hereniging van het verdeelde schiereiland te streven. Het gigantische stationsgebouw is ruim tien jaar geleden gebouwd in de hoop dat er ooit passagierstreinen naar Pyongyang zullen vertrekken en aankomen. Het staat er, gezien de politieke realiteit, echter ongebruikt bij en er is niks te beleven behalve een bezoek aan de goed gesorteerde souvenirwinkel, waar ik nog Noord-Koreaanse wijn en likeur op de kop wist te tikken. Vervolgens naar het uitzichtpunt Dora Observatory, waar ik geheime grensinstallaties van het Zuiden wist te fotograferen.

Tenslotte wachtte ons nog een claustrofobische afdaling in een van de infiltratietunnels die vanuit het Noorden onder de DMZ door zijn gegraven om een mogelijke invasie te faciliteren. Waarvan er een aantal door het Zuiden ontdekt zijn opgespoord en die nu een mooie tourist-trap vormen. Een bijna letterlijke tourist-trap, omdat het een flinke inspanning vereist om vanuit de diepte van de tunnel weer terug naar de oppervlakte omhoog te zwoegen. Boven gekomen was ik lichamelijk en geestelijk behoorlijk verzadigd en tijdens de busreis terug naar Seoul kon ik de opgedane indrukken op mij in laten werken. Aan de ene kant was het uitgebreide rondleiding door een soort propagandistisch pretpark, maar tegelijkertijd was het ook een harde confrontatie met een reële frontlinie van een nog altijd niet afgesloten oorlog.

Hoopvolle propaganda over een spoorverbinding die ooit het Koreaanse schiereiland met de rest van de Wereld zal verbinden. In het treinstation Dorasan.
Links Zuid-Korea, rechts Noord-Korea, gezien vanaf Dora Obervatory. Inclusief de grensinstallaties aan de zuidelijke kant, die ik dus absoluut niet mocht fotograferen.
Onze Koreaanse gids vertelt over de derde infiltratie-tunnel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten