dinsdag 6 november 2018

Wandelen door een verstild Los Angeles


Afgelopen zomer kwam een bezoek aan Los Angeles op mijn pad. Ik ben een zelfverklaard liefhebber van grote steden, maar LA stond mij van tevoren niet echt aan. Te veel auto's en te weinig openbaar vervoer, zo dacht ik. En te weinig interessante bezienswaardigheden. Uiteindelijk bleek het een zeer geschikte stad om wat rond te wandelen en er was genoeg te zien om mezelf in elk geval een paar dagen zoet te houden. Wat me opviel, was dat het op veel plekken zo rustig was. Het had vaak meer weg van een uitgestrekte woonwijk dan van een grote stad.

Nadat ik 's middags vanaf het vliegveld bij mijn hostel in Koreatown was aangekomen en mijn maag gevuld had met de nodige lokale specialiteiten, besloot ik dat het tijd was voor een wandeling naar de La Brea Tar Pits. Deze teerputten zijn vooral bekend vanwege de fossielen van kleine en grote zoogdieren die hier zo'n 20.000 jaar geleden in opborrelende dikke aardolie vast kwamen te zitten. In het begin van de twintigste eeuw werden de olievelden van het Los Angeles-bekken op grote schaal ontgonnen en kwamen hier botten van onder meer mammoeten, sabeltandtijgers en grondluiaards aan het licht. Het was ongeveer een uur lopen over 6th street langs art-deco appartementencomplexen en vooroorlogse LA mansions. Een aantrekkelijk en afwisselend straatbeeld, dat mij zeker positief verraste.

De teerputten zijn tegenwoordig onderdeel van Hancock Park, een openbaar park met een educatieve inslag. De olie komt er nog altijd uit de bodem pruttelen en er hangt duidelijk zwavelachtige lucht. Ik zou haast durven te spreken van een authentieke ervaring. Er is ook een museum, maar dat was al dicht tegen de tijd dat ik aankwam. Het museum is een interessante modernistische constructie, bekroond met een betonnen fries waarop een artistieke impressie van het leven rond teerputten is afgebeeld. In de grote vijver staat het beroemde beeld van de verzuipende mammoet, met vrouw en kind hulpeloos toekijkend op de oever. Een bordje geeft uitleg dat het geheel niet helemaal wetenschappelijk verantwoord is, aangezien de de mammoeten die vast kwamen te zitten in overgrote meerderheid solitair levende mannetjes waren.


 


Ik liep terug over Wiltshire Boulevard en onderweg kwam ik een een vreemd groot wit gebouw met vrijmetselaarssymbolen tegen. En in de omgeving zag ik borden die gewag maakten van een installatie van Olafur Eliasson, de bekende Deens-IJslandse kunstenaar. Ik besloot de zaak uit te zoeken en kwam er achter dat het grote witte gebouw dienst deed als een galerie waar de installatie Reality Projector van Eliasson te zien was. En dat het zelfs gratis was, op voorwaarde dat je van tevoren online een kaartje wist te bemachtigen. Dit alles dankzij de vrijgevigheid van de gebroeders Marciano, rijk geworden van het kledingmerg Guess. Ik slaagde er in een kaartje voor de volgende dag te reserveren en kon mij zodoende verheugen op een onvervalste Amerikaanse trickle-down kunstbeleving.

Nadat ik mezelf op een onvervalst Amerikaans ontbijt getrakteerd had, met pannenkoeken en al, ging ik op pad richting de kunsthal. Het was net als gisteren bepaald niet te warm (zo'n 18 graden), grotendeel bewolkt en dus een goede dag voor een wandeling. De Marciano Art Foundation bleek inderdaad in een voormalige vrijmetselaarsloge gehuisd te zijn. Het gebouw had een tijd leeg gestaan en was net gerenoveerd voor de nieuwe bestemming. De installatie van Eliasson was in een grote lege donkere ruimte, die eerder dienst had gedaan als het theater van de loge. Het kunstwerk bestond uit een projectie van verschuivende kleurvlakken op een groot filmdoek, dat de gehele achterwand besloeg. De beelden werden begeleid door een abstract-industriële soundtrack. In de opengewerkte dakconstructie van de hal waren in de openingen verschillende kleurenfilters bevestigd waarachter twee projectors heen en weer bewogen. Het was wel weer een mooie belevenis en ik denk dat de kunstenaar zelf het best kan vertellen wat zijn bedoelingen met het werk waren.


Ik vervolgde mijn weg door een van de meer welgestelde delen van Central LA. Omgeven door mooie klassieke Amerikaanse villa's, dreven mijn gedachten weg naar films als Sunset Boulevard en ik vroeg me af of hier zich ook vergeten filmsterren achter de gordijnen schuilhouden. Ze liepen in elk geval niet over straat, want ik was zo ongeveer de enige voetganger in de buurt. Het werd iets levendiger toen ik Larchmont Village binnenliep, wat een soort hipster-enclave scheen te zijn. Met een ware farmers market, en de gebruikelijke koffietentjes. Dit soort buurtjes zijn toch inmiddels wel vrij inwisselbaar. Het hoge prijspijl van de koopwaar op de markt was hier nog wel het meest opmerkelijke. Maar later kwam ik er achter dat supermarkten in Californië ook een stuk duurder zijn dan in Europa en dat het dus wellicht relatief allemaal nog wel meeviel. Ik was overigens nog niet aan eten toe, dus ik vervolgde mijn weg richting Hollywood.

Ik kwam langs de Paramount Studios, de enige van de grote filmstudio's die nog in Hollywood gevestigd is. De andere grote spelers zijn al geruime tijd in andere delen van Los Angeles gevestigd, waar meer plek was om uit te breiden. Ik liep verder richting Santa Monica Boulevard, waar ik omgeven werd door half-louche autodealers en lichtelijk vervallen strip malls. Hollywood mag dan synoniem zijn voor glitter en glamour, in werkelijkheid is het bepaald niet de rijkste wijk van Los Angeles. Ik sloeg rechtsaf om een bezoek te brengen aan een van de meer obscure bezienswaardigheden van de filmstad: Hollywood Forever Cemetary. Deze begraafplaats, geopend in 1899, is een uitgestrekt, parkachtig veld met palmbomen. Waarop her en der pronkgraven van meer en minder bekende grootheden uit het verleden prijken, te midden van vele 'gewone' voormalige buurtbewoners, waarvan een opvallend groot deel een Armeense achtergrond bleek te hebben. Het verbaasde me weinig dat juist de Flaming Lips op deze vervreemdend, melancholieke locatie eens een optreden gaven, met een toegift de volgende ochtend.

 
 

Na de necropolis te hebben verkend, was ik wel redelijk hongerig geworden. De wat goedkopere buurt bood ook betaalbare etablissementen. En met behulp van mijn trouwe vriend Google wist ik een degelijke Mexicaanse tent op te sporen. Het eten viel bepaald niet tegen. Uitgerust en voldaan kon ik mij derhalve opmaken voor de toeristenmassa's van Hollywood Boulevard. Het was niet ver naar de straat met de sterren in de stoep. De illusie dat dit de plek is waar het allemaal gebeurt trekt blijkbaar nogal wat mensen aan, want ik was er bepaald niet de enige. Het was voorlopig gedaan met de rust.

Gelukkig was er wel wat interessante architectuur te bekijken, want anders is het toch wel een onvervalste tourist trap. Voor mij sprong het Capitol Records Building in het oog, waar onder meer de Beach Boys een deel van hun oeuvre opnamen en waar de bobo's huisden die het grootste deel van de verdiensten opstreken. Verder zijn de monumentale bioscopen uit de jaren '20 een lust voor het oog. Helaas was ik niet in de gelegenheid in een van deze filmhuizen een voorstelling bij te wonen, want dat schijnt ook nog wel de moeite waard te zijn. Voor de rest wordt het straatbeeld bepaald door allerhande Amerikaanse toeristenonzin, waar ik verder geen woorden aan vuil wens te maken.

In plaats van mij nog langer in de hersenloze massa's te verliezen, besloot ik een tip van een vriendin ter harte te nemen. Zij had me gewezen op het nabijgelegen park Runyon Canyon. Het park bestaat uit een droog rivierdal en wat heuvels, die een weids uitzicht bieden over Hollywood en de rest de stad. Het was een mooie plek om even tot rust te komen en terug te kunnen kijken op de gelopen route. Het panorama van de eindeloze stad was indrukwekkend. Hoewel ik nog niet volledig overtuigd was van de zegeningen van LA, was het me ook niet tegen gevallen.

Route dag 1
Route dag 2



Geen opmerkingen:

Een reactie posten