dinsdag 26 augustus 2014

De rechtsstaat op Lowlands ten onder

Een solide rechtsstaat wordt niet in een dag gebouwd!
Terwijl de Wereld in brand staat, lijkt de crisis in Nederland stilaan bezworen. Ondanks de impact van de Russische boycot krabbelt de economie langzaam weer op. Onder de nieuwe koning groeit het patriottisme en de hervonden nationale trots culmineert in de viering van twee eeuwen vaderland [sic]. Het kabinet herbront op een landgoed in Twente en komt binnenkort met nieuw beleid om het land op een koers naar de toekomst te zetten. Maar ondertussen kalft de rechtsstaat, haast ongemerkt, steeds verder af.

Een goed staatsbestel rust op drie solide, onafhankelijke pijlers: wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht. Dat parlement en regering in de hedendaagse realiteit nauw verweven zijn, is reeds lang een punt van zorg voor de staatssrecht-puristen. Maar in de praktijk is de uitvoerende macht zozeer verankerd in het stugge ambtenarenapparaat en wordt de wetgevende macht primair gestuurd door de politieke waan van de dag. Men zou zelfs kunnen stellen dat het kabinet eerder deel uit maakt van de wetgevende dan van de uitvoerende macht. Maar zelfs in dat geval heeft het stabiele uitvoerende bestel genoeg gewicht om de vluchtige politiek in evenwicht te houden. Montesquieu kan op dat vlak vooralsnog rustig slapen.

De derde stabiele factor in het landsbestuur zou de rechterlijke macht moeten zijn. En lang was dat ook een baken van rust in Nederland. Weledelgeleerde rechters spreken recht, gewiekste advocaten verdedigen en gedreven aanklagers klagen aan. Een fraaie Trias Justitia. Niets meer aan doen. Behalve dan dat het allemaal leidt tot een relatieve trage rechtsgang, waarin alle belangen en feiten eerlijk afgewogen dienen te worden. En dat is natuurlijk geen aantrekkelijk beeld in een tijd waarin meer veiligheid hoog op de agenda van het Volk staat.

Dus wordt er een list verzonnen om veiligheid en gerechtigheid in topsnelheid naar een groot festival te brengen. De suffe rechters kunnen in stoffige sociëteiten blijven en de gewiekste advocaten worden expliciet niet uitgenodigd. Aanklacht en oordeel worden gecombineerd en de verdachte moet zichzelf maar zien te verdedigen. Als iemand zo stom is een gebruikshoeveelheid verboden middelen niet goed te verstoppen, kan die meteen afrekenen: boete en strafblad. Er wordt aangeraden van beroep af te zien, want dan kan je meteen pinnen. Ik kan het niet eens een schijnproces noemen, want de schijn van een eerlijk proces wordt niet eens opgehouden.

Gelukkig zijn er enkele gehaaide advocaten die deze misstand hebben opgemerkt en de vuile was buiten hebben gehangen. Maar het ergste is natuurlijk dat de naamsverandering van het Ministerie van Justitie naar het Ministerie van Veiligheid meer dan een cosmetische wijziging is gebleken. Het streven naar gerechtigheid staat klaarblijkelijk niet meer bovenaan het prioriteitenlijstje van de heren Opstelten en Teeven. Veiligheid wordt schijnbaar gemeten in de gemiddelde lengte van het strafblad van de Nederlandse burger: hoe langer, hoe beter. Een ontnuchterende constatering. Ik kan slechts hopen dat er nog mensen in Den Haag zijn, die de rechtsstaat, of wat daar nog van over is, wel serieus nemen.

Partners in crime bij het slopen van onze rechtsstaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten